Waarvan is het gemaakt?

Gabriëlle Baumann, medewerker collectie, heeft haar auto volgeladen met objecten uit VOC-schepen. In Amersfoort buigen onderzoekers van de Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) zich over deze gebruiksvoorwerpen, die meer dan 250 jaar op de zeebodem hebben gelegen. Uit welke metalen bestaan ze? Zijn ze in goede staat? Of hebben ze extra zorg en een behandeling nodig, zodat ze over een hele tijd nog steeds te bestuderen zijn? 

VOC-spullen goed verpakt voor onderzoek in Amersfoort

Op onderzoek uit

Voordat ze op reis gaat, heeft Gabriëlle alle voorwerpen goed verpakt. Want je wilt natuurlijk niet dat ze beschadigen. Het onderzoek is niet alleen interessant voor het muZEEum, maar ook de specialisten van de RCE willen graag weten welke samenstelling deze eeuwenoude VOC-objecten hebben. Zo kunnen ze de materialen vergelijken met andere objecten die ze al hebben onderzocht. Dat doen ze door 'niet destructief' onderzoek. Hoe dat gaat? Lees verder.

Röntgen

Specialist Bertil van Os, RCE, kijkt met behulp van een röntgenfluorescentiespectrometer (XRF) uit welke samenstelling de objecten bestaan. De XRF richt röntgenstraling op een object, waardoor de elementen kunnen worden gemeten. Elk element geeft een uniek X-Ray-spectrum af.  

In het laboratorium wordt het object op het “oog” of de lezer van de XRF gelegd. De klep gaat dicht en na een tijdje wachten klinkt er een piepje. Op het scherm kun je dan zien welke materialen zijn aangetroffen.   

Handheld röntgenapparaat

Naast de metingen in een röntgenkastje kan de onderzoeker de samenstelling van materiaal meten met een handheld röntgenfluorescentiespectrometer (XRF). Dat gebeurt op deze beelden met objecten die te groot zijn voor het kastje. Je moet het voorwerp wel heel lang in je hand houden, voor een optimaal resultaat. 

Messen ontzouten

Objecten van verschillende materialen en samenstelling zijn extra lastig om te bewaren. Ze moeten regelmatig worden nagekeken en onder speciale omstandigheden worden opgeslagen. Ook deze messen uit scheepswrak de Rooswijk. Ze bestaan uit hout, ijzer én een messingring die verguld was. Na 264 jaar in zee en 17 jaar op land, hebben ze speciale zorg nodig. Bertil van Os en de XRF geven duidelijkheid. 

Nog beter kijken

Naast de metingen met de XRF worden er andere onderzoek wijzen ingezet. Bijvoorbeeld door de objecten onder een microscoop te bekijken en te fotograferen. Zo kun je goed kijken of er merktekens op de objecten staan. Misschien kunnen we zo terugvinden wie het heeft gemaakt. 

De ringen die in deze video worden onderzocht hebben duidelijke gebruikssporen, maar waar werden ze voor gebruikt? Heb jij een idee? 

Patroontas

Uit scheepwrak 't Vliegent Hert komt deze patroontas of munitietas. XRF geeft aan dat de samenstelling messing met een hoog zinkgehalte is: latoenkoper. De naad en de bodem zijn met lood gesoldeerd. Tussen de kokertjes werd lood gegoten om ze vast te zetten. Zichtbaar zijn de gaten van de klinknagels waarmee de doos aan de lederen tas was vastgeklonken. Patroontassen werden gedragen aan een gordel om je middel. Met de microscoop was het merkteken in de tas goed te zien. Ook zat er ooit iets om de tas heen, aan de afdruk in het materiaal te zien. Mogelijk de lederen tas waarmee hij werd gedragen? 

Puur zilver

Aan de buitenkant kunnen sporen van vervuiling zitten. Deze maken het lastiger om uit te maken uit welke elementen het voorwerp is opgebouwd. Bij vervuiling kun je denken aan corrosie, roest of andere elementen of stoffen uit de omgeving waar het object is gevonden. 

Om een representatieve meting te krijgen, zeg maar een goed gemiddeld overzicht, meet de onderzoeker het object op een paar punten. Bij deze bijzondere zilverstaaf, dus zeker vier keer. Dat wees uit dat de zilverstaaf van heel zuiver zilver is. Maar ze bevatten ook sporen van ijzeraanslag, koper én 0.07 procent goud. 

Een bord uit het ruim

In het scheepswrak De Rooswijk zijn in 2004 en 2005 ook borden gevonden. Bertil van Os onderzoekt in uit welke elementen het bord bestaat. De vraag is waarom het zo goed bewaard is gebleven; het heeft zelfs nog een sierrandje terwijl het 264 jaar op de bodem van de zee lag! Het bord blijkt van tin met 9 procent lood en 1 procent koper.